Ontwikkelingen Kupang / Gasten bij YASAP

 

> 2016   juni     Reisimpressie van Arnold

> 2016 juni juli Verslag verblijf bij YASAP van An Bloemberg

 

 

 

 

____________________________________________

2016  zomer. verblijf bij YASAP, vrijwilligerswerk door An Bloemberg

 

 Mijn naam is An Bloemberg, woon in Lathum, bij Arnhem. In 2012 heb ik voor het eerst kennisgemaakt met het kindertehuis van Yasap tijdens een Wederzijdsreis (zie: www.wederzijds.com). Ik werd geraakt door de spontaniteit en vrolijkheid van de kinderen. Toen al vroeg ik me af of ik iets voor de kinderen zou kunnen betekenen, ik wilde meer dan alleen donateur zijn. Ik begon alvast met Indonesische les op de Volksuniversiteit in Arnhem en hoopte dat er een gelegenheid zou komen om naar Yasap te gaan, die kwam in het voorjaar van 2016.

Wederzijds organiseerde weer een reis naar Indonesië in mei, daar heb ik me voor ingeschreven, aansluitend aan deze reis naar Bali, Timor en Sumba heb ik 5 weken vrijwilligerswerk gedaan in het kindertehuis. Daar heb ik een geweldige tijd gehad.

 

Nadat de rest van de groep naar Nederland was vertrokken, hebben we 2 groepen gemaakt, 's morgens om 9u. de groten Sarah, Maria, Fince en Ayu, 's middags om 4u. de “kleintjes” Agus, Mery, Yolan, Frengki, Sela en Jeny. In de bibliotheekkast had ik verschillende boeken Engels-Indonesisch gevonden, die bleken heel goed aan te sluiten bij de belevingswereld van de kinderen. Een thematisch soort Woordenboek met plaatjes, Engelse en Indonesische tekst erbij. We begonnen met Engels lezen en ondertussen kwam vanzelf de grammatica die er in voorkwam aan bod. Brecht kwam met een boek van Dzjip en Dzjanneke (zo spreken zij dat uit in het Indonesisch) in het Engels, dat was een groot succes, vooral het hoofdstuk over de winter met een sneeuwpop maken en schaatsen rijden, wat toch niet helemaal onbekend voor de kinderen was.

 

 Daarna was het tijd om iets creatiefs te doen, met mijn achtergrond als kleuterleidster kon ik me helemaal uitleven. De kinderen waren zo enthousiast, vonden alles leuk, in het begin een beetje moeizaam, maar later kwamen ze ook zelf met ideeën. Opmerkelijk was dat de groep kleintjes creatiever was dan de groteren. Toen we in het boek een pagina over wilde dieren hadden gelezen, zijn we een dierentuin gaan maken, ook dieren gekleid, gevouwen, mandala's ingekleurd, geverfd op grote vellen papier. Met de 2e groep had ik meer tijd om te knutselen, de groteren moesten vaak helpen in de keuken of met de was. Toch heb ik met hen ook leuke kettingen gemaakt uit een kralendoos die één van de deelneemsters van de Wederzijdsreis had meegebracht. Iemand van de groep uit Groningen, die later kwam, bracht goede viltstiften mee, na de opdracht teken iets van Yasap, dat mag vanalles zijn; het kindertehuis, het grote huis, de dieren, de tuin of de sawah, werden er de prachtigste tekeningen gemaakt, Mery, één van de creatiefsten tekende een heuse sawah. We hebben ze allemaal aan een lijn opgehangen, net als de kleurrijke mandala's.

Spelletjes vonden ze ook erg leuk, kwartetten vooral, Rianne, vrijwilligster van een paar jaar geleden, had zelf een kwartetspel gemaakt over Yasap en alles eromheen met Engelse tekst. Dat was het favoriete kwartetspel: ”Be cre-aative” werd er in het begin nog gezegd bij de kaarten over creatieve dingen, dat veranderde snel. De uitspraak van het Engels liet in het begin wel te wensen over.

 

Om 5u. was het minder warm en gingen we vaak met een groepje kinderen wandelen, over de sawah of naar het huis van Ibu Emma, kleuterjuf, ook bij Debi en Stef, resp. kleuterjuf en manager van Yasap zijn we een paar keer geweest. Op een keer vroeg Maria: “Zullen we naar het huis van mijn vader gaan?” Die bleek maar zo'n 20 min. lopen van Yasap af te wonen. Ergens achteraf over een onverhard pad stonden een paar hutjes met atap (blader) dak. Toen wij aankwamen zat haar vader bovenin een klapperboom, toen hij weer naar beneden kwam zag ik een klein mannetje, hooguit 1.50m lang, die er uitzag als iemand van 75 jaar bij ons, in werkelijkheid was hij nog geen vijftig. Maria's moeder is overleden toen zij nog klein was, haar vader kon niet voor haar zorgen, zo is zij bij Yasap gekomen.

Maria's broer , die ook in één van de huisjes woonde met vrouw en twee kleine kinderen klom als een aap bovenin een andere klapperboom en gooide voor ons klappernoten naar beneden. Met een scherp lang kapmes (hoe heet dat ook al weer?) sloeg hij er een paar stukken van af, zodat er een opening kwam, waaruit we de klappermelk konden drinken, heerlijk fris smaakte dat.

 

Ook het speelveld was een favoriete plek rond die tijd, spelen met met de bal, zoals fopbal en handbal vielen erg in de smaak. Van de groep uit Groningen kocht iemand een volleybal, het net was al opgetuigd, voordat de bal was opgepompt, zo enthousiast waren ze. Het was jammer genoeg vaak van korte duur, want om 6 u. is het al donker en kun je ook echt weinig meer zien.

 

Vanuit Nederland had ik zakjes zaad van Zinnia's meegenomen, éénjarige veelkleurige bloemen, samen met Ayu, later kwam Jolan er ook bij, hebben we potten gevuld met aarde en hierin gezaaid. Ik vond tussen de planten een uitgebloeid Afrikaantje, daar hebben we de zaadjes uitgehaald en opnieuw uitgezaaid, in een pot en in de volle grond. Helaas het laatste werd door de kip met kuikens omgewoeld. Ayu en Yolan kregen de opdracht om de planten elke morgen water te geven, later hebben we samen de plantjes verspeend. Toen ik wegging op 8 juli zaten de knoppen er al in, ik ben benieuwd of ze goed zijn gaan bloeien.

 

 Fince heeft de taak van Maria (die voor studie naar Java gaat) overgenomen om voor de bibliotheek te zorgen. Aan het eind van de week, meestal op vrijdagavond kunnen kinderen boeken uitzoeken uit de kast en gelezen boeken terugbrengen, dit wordt keurig in een schrift bijgehouden. De kinderen lezen graag en veel, ook informatieve boeken zijn erg in trek. Maria was ook het enige meisje dat op de “motor” (meer een soort scooter) reed, naast Albert natuurlijk, dat was zijn lust en leven. Ook met de “tractor”, soort frees werkt hij graag, vaak op de sawah. Nu beiden weg zijn, gaat Fince rijles nemen, zodat de motor toch gebruikt kan worden.

Mery, als creatiefste van allemaal, kreeg de taak om het knutselmateriaal in orde te houden.

 

Trouwens alle kinderen hebben taken, ze moeten hun eigen kleren en beddengoed wassen, met de hand, waarbij de kleintjes door de groten worden geholpen. Dieren verzorgen, in de tuin helpen, het meeste werk is nog wel het eten koken en het voorbereiden ervan. Er wordt 3x per dag warm gegeten, rijst met groente, kip, vis of tahoe/tempeh. Op zaterdag bakt Marsa brood voor de zondag en wat lekkers voor na de viering in de kerk. De kinderen zingen elke week in een koortje in de kerk, een paar keer in de week komt er een juffrouw om zangles te geven. Ook de hond Flora luistert de viering op. Traditiegetrouw komen de kinderen na de kerk bij Brecht op de veranda limonade drinken met wat lekkers erbij.

Daarna worden er allerlei gezelschapsspelletjes gedaan, het liefst op de grond. Nu de spelletjes op een tafeltje in het zicht staan, worden ze ook door de weeks veel gebruikt, Rummikub is favoriet, maar ook Holland Memory met molens , tulpen, koeien en klompen.

 

De laatste 2 weken heb ik bij Yalen op de kamer geslapen, op 20 juni kwam er nog een groep uit Nederland en alle slaapkamers zouden dan bezet zijn. Toen Brecht aan mij vroeg of ik dan in het kindertehuis wilde slapen, vond ik dat een prima oplossing. Yalen is de rechterhand van mama Marsa, heeft vroeger als kind in het kindertehuis gewoond en zorgt nu samen met mama Marsa voor het reilen en zeilen van Yasap. Ook Deby, de vrouw van manager Stef, draagt haar steentje hieraan bij, naast haar werk als kleuterleidster op de school die bij Yasap hoort.

Yalen heeft een kamer alleen met 2 stapelbedden en een kledingkast, zij sliep boven, ik beneden. Het andere bed gebruikte ik om mijn spullen op uit te stallen. Het trapje van het bed werd niet gebruikt, Yalen sprong heel handig van bovenaf naar beneden, ze is maar 1.50 m. lang en weegt zo'n 30 kg. We hebben het erg gezellig gehad samen, ik vond het een voorrecht om dichtbij de kinderen te zijn en zo vanalles mee te maken. Om te zien hoe ze hun eigen kleren wasten, bij elkaar de haren wasten, de een liggend op een bankje, terwijl de ander bakjes water over het hoofd goot. Omdat de wanden erg dun zijn, kon je makkelijk met je buren praten en kon ik Yeni horen hoesten en blaffen, soms de hele nacht door. Met Marsa en later met Debi gesproken over andere medicatie en een hypo-allergeen kussen en matras, daar zou voor gezorgd worden.

 

Ik was al verschillende keren meegeweest met anderen naar Kupang naar de markt om groente, vis en andere dingen te kopen. Op een keer ben ik alleen gegaan met OV, dat gaat wel even wat anders dan bij ons. Het eerste stuk onverharde weg naar de grote weg toe kun je in ca. 30 min. lopen, maar in die hitte (rond de 35 graden) is dat geen pretje en doet ook niemand. Dan ga je dus met de ojek, een bromfietstaxi, waar je achterop kunt zitten, zoals op een scooter en voor een paar cent wordt je naar de 'bushalte” aan de grote weg gebracht. Toen ik afstapte merkte ik dat Yalen achter me aan was gereden om te kijken of ik wel op het goede Bemo-busje zou stappen. Van te voren had ze me dat al haarfijn uitgelegd en ook dat ik bij Terminal Kupang uit moest stappen, maar toch. Heel ontroerend om te merken hoe ze met je mee leven en ook bezorgd zijn.

De Bemo's zijn klein busjes, zoals een soort VW-busje bij ons, bont beschilderd, bestuurd door jongelui, die de muziek meestal keihard aan hebben staan. Er zijn twee banken in de lengte tegenover elkaar, plaats voor ongeveer 9 personen, zo nauw wordt er niet gekeken, gewoon inschikken, ook al zitten er al 12 of 13 mensen in. Ook allerlei soorten boodschappen gingen mee de bus in of werd er bovenop vastgebonden, zoals een grote zak rijst en een mand met kippen. In het gangpad stonden op een gegeven moment een kookonderstel, een handnaaimachine en dozen met spullen. Het was een hele ervaring om alleen op stap te zijn.

 

Tegen de avond is het op de boulevard aan het strand een drukte van belang met allerlei leuke eet- en drinkstalletjes, voor je neus wordt er allerlei lekkers klaargemaakt. Het was al donker voor ik het in de gaten had en weer naar huis op aan moest. Het busje naar Noelbaki, het dorp waar het kindertehuis staat kwam al snel. Onderweg stopten we omdat er een mevrouw onderweg nog even bij de apotheek moest zijn om medicijnen op te halen, iedereen vindt dat gewoon. Aan het dak zitten 2 stangen waar je je aan vast kunt houden, dat is ook wel eens nodig. Als je eruit wilt tik je met je ring of sleutelbos op de stang en wordt er gestopt. Ik had tegen de chauffeur gezegd dat ik naar Yasap wilde, dat kende hij en hij zou me waarschuwen wanneer ik uit moest stappen. Toen ik voor het laatste stuk op de ojek zat, hoorde ik achter me roepen, ibu An, ibu An, Maria, haar broer en Yufim waren er opuit gestuurd om te kijken waar ik bleef. Bij het huis aangekomen zaten ze allemaal op de trap van het grote huis op mij te wachten, toen ik de hoek om kwam ging er een groot gejuich op.

 

In de laatste week werd er rijst uitgeplant, dat kon ik nog mooi meemaken. Eerst ging Albert vele keren met de “tractor” over de sawah, die onder water stond, om alle kluiten fijn te maken, Elin, de tuinman hielp daar ook bij mee.

De rijstplantjes stonden op een veldje heel dicht op elkaar, te wachten om uitgeplant te worden. Er werden bosjes gemaakt van een handvol plantjes, deze werden met een reep van de  Lontarpalm (foto)  vastgebonden. Deze bosjes werden op een bepaalde afstand in de sawah gegooid, de grote meisjes en ook vrienden en familie hielpen mee. Er werden steeds 3 of 4 plantjes uit het bosje in de aarde geplant, een klein stukje stak dan nog boven het water uit. Dat betekent dat de planters op blote voeten in het water stonden, petjes op, het gezicht ingesmeerd met 'n poeder, aangelengd met water om de huid te beschermen tegen de brandende zon.

 

Toen ik terugkwam van de sawah, waar ik foto's had gemaakt, zag ik Frenki helemaal bovenin de boom zitten om papaja's te plukken. Zo behendig en snel was hij ook weer beneden.

Ondertussen hebben we alle legpuzzels gemaakt die er in de kasten te vinden waren, jammer genoeg waren ze niet allemaal compleet. Bij diegenen waar meer als tien stukken ontbraken en de puzzel gehavend was hebben we weggedaan, in Nederland zouden er veel meer in de container verdwenen zijn. Maar dat konden we niet over ons hart verkrijgen, dan waren er maar twee of drie overgebleven.

 

Handwerken mocht natuurlijk ook niet ontbreken, op een stukje karton van een lege doos hebben we een simpel, maar doeltreffend weefwerkje gemaakt. Er lagen houten rozetpunnik-apparaatjes, een andere benaming kan ik er niet voor vinden, waarvan ik geen flauw idee had hoe dat moest. Gelukkig wisten een paar grote meisjes nog hoe dat werkte, net als bij punniken kreeg je dan een koordje.

Ik had zelf haakvorken meegenomen en bollen wol, een soort vingerhaken kon je ermee. Yeni was er een ster in, ze heeft meer dan tien van zulke kettingen kettingen gehaakt, ook rozetpunniken vond ze erg leuk. (foto Yeni aan het punniken, de ketting om haar hals is van de haakvork) Het was heel aanstekelijk, ook 's morgens waren ze er vaak mee bezig.

Ze hadden maar weinig nodig om zich te vermaken en gelukkig te zijn, op de eerste plaats hadden ze elkaar, er waren altijd speelkameraadjes, een dak boven hun hoofd, liefdevolle leiding, lekkere en gezonde maaltijden, deels uit eigen tuin, ruimte genoeg om buiten te spelen, als het niet te heet was.

 

Aan fantasie ontbrak het hen ook niet, het dochtertje van ibu Emma, één van de kleuterjuffen mocht een paar dagen komen logeren, dat was feest voor alle partijen. Voor het eerst zag ik hen met echte poppen spelen, aankleden en tutten. Toen het meisje weg was ging het spel door, op hun manier. Allerlei oude lappen waren snel gevonden in de naaikamer, waar haal je zo gauw poppen vandaan? Geen nood, de halfwas kuikens, die ik nog als piepkuikens had zien rondscharrelen, bleken gewillige speelkameraadjes. Ook deze werden ingepakt, uitgepakt en vertroeteld, voorzichtig opgepakt en in een struik gezet als ze moesten “slapen.” Ik heb met verwondering en veel plezier op een afstandje toegekeken.

De kinderen kwamen ook met vragen: “Is er in Nederland ook markt en wat eten jullie daar allemaal?” Soms kwamen ze met Engelse woorden en vroegen om de betekenis ervan.

 

De laatste dag voor we vertrokken werd ik 's morgens om 5.45 uur, toen ik de deur van de wc opende, opgeschrikt door harde knallen. Een paar grote meisjes hadden confettiballonnen laten knappen ter ere van mijn 68e verjaardag, dat was schrikken, maar wel een grote verrassing. Er volgde nog veel meer, ze hadden van allerlei leuke dingen geknutseld met Happy Birthday erop. 's Avonds was er feest, Yalen was 2 dagen eerder 29 jaar geworden en samen hebben we dat gevierd met leuke spelletjes, cadeautjes voor iedereen en lekkere tractaties. Asti (naaister) had een prachtige vis genaaid van zwarte stof met een deel zwart-wit geweven stof van Timor, er zat een rits in en de kinderen kwamen één voor één feliciteren en stopten een tekening of iets anders wat ze gemaakt hadden in de vis, zodat die een goedgevulde buik kreeg. Deze avond was tegelijkertijd bedoelt als afscheid van Yasap, jammer genoeg, maar ik had toch ook wel weer zin om naar huis te gaan.

Ik kan terugzien op twee onvergetelijke maanden, waarvan de laatste 5 weken bij Yasap heel bijzonder en intensief waren, maar waar ik met veel voldoening en plezier op terugkijk.

An Bloemberg, 13 augustus 2016.

 

____________________________________________

2016 juni / juli

Timor: pulau manise! (lieflijk eiland)

Arnold Voerman

De droogte, de hitte, de openheid, de zweem van ruigte...die sfeer kwam me tegemoet toen wij het bescheiden vliegveld van Kupang, Timor achter ons lieten en in de oude Japanner van Brecht richting kozen naar Noelbaki, twaalf kilometer met de auto, de basis van ons verblijf van de komende 17 dagen.

Het landschap leek opener, geler en veel minder geaccidenteerd dan wat ik in de vooraf verstreken weken in de buitengebieden van Bali en Oost -Java had beleefd, toen ik a titre personnel de omstreken van Ubud (Bali) en Malang (Java) had verkend.

Ik was heel nieuwsgierig naar Timor, te meer daar ik Bali, na 7 vakanties aldaar, onderhand wel gezien had, en ik ook voor de tweede keer op Oost-Java geweest was. Timor had in mijn perceptie iets van weggemoffeld in een uithoek van Indonesië, niet ver van Australië, een koloniaal verleden van Portugese en Hollandse heersers die daar tot vrij recent nog verbleven, en decor van een neokoloniale oorlog nog maar twintig jaar geleden.

Kortom: mijn nieuwsgierigheid was optimaal gewekt toen ik mijn solitaire bestaan van zes weken op Bali en Java inruilde voor deelname aan ons zespersoonsgroepje naar Timor, waarvan vier deelnemers elkaar al redelijk goed kenden van een seizoen Bahasa Indonesia leren aan de Volksuniversiteit in Groningen.

Die taalcursus B.I. was de bakermat voor onze reis naar Timor: docent Brecht Gerbrandy bleek een bevlogen en zeer kundige kenner te zijn van Indonesië en het Bahasa Indonesia, en zij wist drie van haar 15 cursisten te enthousiasmeren voor een culturele vakantie in Timor. Vanuit Timor zou ook een aantal dagen worden uitgetrokken voor bezoek aan Sumba, op een uur vliegen van Timor Kupang.

Timor voldeed geheel aan mijn verwachtingen: de droogte en de hitte en de relatief dunne bevolking deed mij vermoeden dat het wat weg heeft van Australië, waar het ten slotte niet ver vandaan ligt. Het landschappelijke uiterlijk van Timor verschilt zeer van dat van Bali, Oost- Java en Lombok, zelfs de paddi 's herkende ik niet direct omdat ze zoveel minder groen ingebed leken dan de uitgestrekte rijstvelden op Bali en Oost-Java.

Volop groen was het echter wel degelijk in de prachtige heuvels en bergen in de richting van Oost-Timor en de Indische Oceaan, waar we niet te missen ontmoetingen hadden met de plaatselijke ingezetenen en hun culturen en gebruiken, en waar onze onuitputtelijk enthousiaste gids Brecht ons, met haar grote kennis van de bevolking en beheersing van de Indonesische taal, vaardig doorheen loodste. Ook de dagen op Sumba waren onvergetelijk met de vele ontmoetingen, verblijven, bezoeken en bezichtigingen, die ons wel eens deden duizelen ten einde alle informatie en indrukken een beetje uit elkaar te houden.

De meeste indruk heeft op mij het YASAP -project van Brecht Gerbrandy gemaakt. Meer dan tien jaar geleden startte Brecht dit kinderproject in het Timorese dorpje Noelbaki, bedoeld om ontheemde Timorese kinderen met een christelijke achtergrond via onderwijs en werkzaamheid in individueel en collectief verband een kans te geven in de toekomst van de Timorese, of, algemeen: Indonesische, maatschappij. Wij kwamen op onze verblijfsbasis rechtstreeks in contact met deze geweldig leuke en leergierige kinderen, die meteen ons aller hart hadden gestolen. Wij hadden onderdak in het woonhuis van Brecht, op het terrein van YASAP, dat verder nog schooltjes, verblijfsaccommodatie voor de kinderen, boomgaarden, rijstvelden en wat ateliertjes omvatte. Wat hadden wij tussen alle bedrijven van het programma door een plezier in de omgang met deze kids, in de leeftijd van 8 tot 18 jaar, die uitmunten in volleybal, voetbal, naaien, koken!, dansen, zingen, maar ook in de boomgaarden, bij de dieren die op het terrein werden onderhouden en op de paddies hun beste beentje voorzetten. Vaak trof je ze aan met schrift, boek en I -pad, om de lessen te leren die ze hopelijk op grote hoogte zullen brengen.

Veel respect kreeg ik voor de pogingen van Brecht, en haar YASAP-staf in Noelbaki, om diverse sleutelfiguren in het Timorese en Sumbanese maatschappelijk discours te interesseren voor samenwerking en / óf sponsoring van haar kinderproject. We hebben vele sprekers aangehoord, wier causerieën werden vertaald door een onvermoeibare Brecht, die linken aangaven vanuit hun werkterrein met het YASAP project, zodat het voor YASP nu niet makkelijk is om hier een productieve koers te kiezen!

Dieper ingaan op details van deze onvergetelijk mooie, actieve en onderhouden weken voert hier te ver. Zeker is dat ik, als verstokte Indonesiëganger, graag nog eens terugga naar Timor, naar Kupang, naar de bergen achter Soe, naar het strand van Kolbano, naar de stilte en de eindeloosheid van de toppen rond Nausus, naar Pulau Semau, maar vooral naar Noelbaki, naar het kinderproject van Brecht Gerbrandy, waar ik misschien nog eens een helpende hand kan en mag uitsteken!

Brecht, bedankt voor het prachtige verblijf en we zien elkaar eerst weer bij de aanvang van het 'tweede jaar Bahasa Indonesia’ aan de Oude Boteringestraat in Groningen!

Deelnemer Beginnerscursus Bahasa Indonesia aan de Volksuniversiteit in Groningen.

Brecht is er docent.

 

 


Copyright © 2024. All Rights Reserved.